Een verloskundige, ook wel vroedvrouw genaamd houdt zich bezig met het begeleiden van normale, ongecompliceerde zwangerschappen, bevallingen en de kraamtijd.
Een klinisch verloskundige (tweedelijnsverloskundige) is een verloskundige die in het ziekenhuis, onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog, (zwangere) vrouwen begeleid bij wie een verhoogd risico en/of complicaties tijdens zwangerschap en/of de bevalling bestaat. De klinisch verloskundige werkt, in tegenstelling tot een 'gewone' verloskundige juist met zwangeren die geen normale zwangerschap kennen of waarbij wordt ingeschat dat er kans op complicaties bestaat.
Rol en taken van de klinisch verloskundige
- Begeleiden van zwangeren op de polikliniek;
- Begeleiden van de bevalling op de verloskamers;
- Begeleiding van kraamvrouwen op de afdeling;
- Begeleiding en onderzoek van zwangere met klachten.
Klinisch verloskundigen werken nauw samen met de gynaecologen (en vallen onder de eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog), de kinderartsen, gespecialiseerde verpleegkundigen, kraamverzorgende, lactatiekundigen, arts-assistenten en co-assistenten, verloskundigen in opleiding, verloskundigen uit de regio, huisartsen en overige specialismen.
Opleidingen
In Nederland zijn er drie opleidingen tot verloskundige (verdeeld over vier steden; Amsterdam, Groningen, Maastricht en Rotterdam). De opleiding tot verloskundige is een vierjarige HBO-opleiding. Om klinisch verloskundige te kunnen worden dient eerst de opleiding tot verloskundige gevolgd te worden. Na het behalen van de bachelor kan de 2,5 jarige masteropleiding Physician Assistant - Klinisch Verloskundige gevolgd worden. Deze opleiding (in Rotterdam) geeft recht op de internationale titel: Master Physician Assistant (MPA Midwifery).
Daarnaast is er een een-jarige opleiding (part-time) in Utrecht te volgen voor verloskundigen die al werken als klinisch verloskundige.
